Sensorische informatieverwerking wil zeggen zintuiglijke prikkelverwerking. Stoornissen van de zintuiglijke prikkelverwerking noemen wij SI-problemen. Een kind met deze problemen kan een verminderde registratie hebben van de zintuigen (ondergevoeligheid) of een verhoogde registratie (overgevoeligheid).
De zintuigen ontvangen informatie van zowel binnen als buiten ons lichaam. Als we het over zintuigen hebben denken we meestal aan de ogen de oren, reuk en smaak en de tastzin. Heel belangrijk zijn echter ook de verborgen zintuigen, zoals het evenwichtsorgaan, en het gevoel vanuit de spieren en gewrichten.
Bij activiteiten gebruiken we verschillende zintuigen tegelijk. De informatie die vanuit de zintuigen binnenkomt, komt samen in het zenuwstelsel en dit zorgt er voor dat de informatie goed wordt verwerkt. Zo weten we steeds wat er in ons lichaam en in de omgeving aan de hand is en kunnen we daar adequaat op reageren.
Voorbeelden van signalen waar ouders met hun kind mee bij ons komen zijn:
- Angst om te bewegen, te klimmen, te draaien en te schommelen
- Weerstand tegen veranderen van houding
- Niet fijn vinden om geknuffeld of aangeraakt te worden
- Onverklaarbaar huilen
- Motorische reacties zijn niet zoals verwacht
- Kind maakt geen of weinig oogcontact
- Angst bij nieuwe situaties, terugtrekken van actie of zelfs weglopen
- Heel vervelend vinden dat de handen nat, vies, plakkerig worden
- Hekel hebben aan tandenpoetsen en haren wassen/kammen
- Structuren als zand en gras niet prettig vinden
- Geen angst hebben voor snelle en harde bewegingen
- Geen gevaar zien en overal op af gaan
- Moeilijk stilzitten, bewegingsonrust
- Snel vermoeid zijn
- Veel stampen en springen
- Veel schrikken van geluid (bijvoorbeeld bij baby's die veel strekken en huilen)
- Veel met heel het lijf op de grond liggen
Aanpak bij vermoeden van SI problemen
Herkent u uw kind in de voorbeelden? Dan is het goed om met uw kind langs te gaan bij een gespecialiseerde SI therapeut. Die kan onderzoeken en in kaart brengen van welke eventuele over- en ondergevoeligheden en discriminatieproblemen er sprake is bij uw kind en de relatie daarvan met de motoriek en/of het gedrag bekijken. Waarna uitleg, adviezen en evt. SI therapie kan volgen. In de therapie wordt veel gebruik gemaakt van spelletjes die de verwerking van zintuiglijke informatie stimuleren.